Zit je weleens bij een lezing en denk je: die man maakt geen contact? Ik had het laatst. De lezing ging over groepsdynamiek. Voor mij als trainer zeer interessant. En de man was ook nog eens een bekend auteur.
De zaal zat vol trainers en van die trainers had driekwart zijn boek in de kast staan. Ik ook. En de helft van de mensen had het gelezen (ik heb het slechts gescand).
De man maakte allerlei flauwe grappen. Nou hou ik van grappen en ging ik in eerste instantie mee met zijn onhandigheidshumor. Jeweetwel: jezelf een beetje onderuit halen. Tot ik doorkreeg dat de man stikzenuwachtig was. Wat iemand van de organisatie mij in de pauze bevestigde.
We waren een vriendelijk publiek, terwijl hij dingen vertelde over de Roos van Leary die iedereen wel wist. Toch herken ik zijn gedrag. Ook ik kan zenuwachtig zijn. Totaal onnodig als ik mijn cursisten hoor. Bijvoorbeeld afgelopen week, tijdens mijn training adviesrapporten schrijven: ‘Eigenlijk elke keer als jij praat, zit er weer een tip tussen.’
Waar komt die onzekerheid als trainer dan vandaan? En vooral ook: wat doe je eraan?
De angst om voor een groep te staan schijnt de grootste angst van de mens te zijn. Na doodsangst. Een beetje onzekerheid is dus niet zo gek als je voor een groep staat. Maar toch, wat doe je eraan?
De oplossing diende zich aan, in de vorm van een lezing over charisma van Judith de Bruijn. Er waren 10 talks die avond en haar verhaal was ergens richting het einde. Judith kwam op en iedereen had aandacht voor haar. De vraag is natuurlijk hoe zij alle aandacht direct kreeg.
Ze vertelde over een vriend die aura’s ziet. Als ze iets aan hem vertelde, zag ze soms dat hij niet echt luisterde naar haar enthousiaste verhaal. Toen ze hem er naar vroeg, vertelde hij dat hij was afgeleid door de stralende kleuren van haar aura.
Tijd voor een experiment. Judith wilde weten wat haar aura zou versterken. Ze ging sterk denken aan een prettige gebeurtenis. En ze vroeg haar vriend of hij al iets zag gebeuren met haar aura.
‘Nee, niets.’
Experiment mislukt? Maar zo snel gaf ze niet op, ze probeerde iets anders. Ze ging naar hem toe denken: wat een aardige jongen is het toch, hopelijk gaat het goed met hem. En jawel: op dat moment werden de kleuren van haar aura sterker.
Dit werd de sleutel van haar presentaties. Niet met jezelf bezig zijn – dat is iedereen al – maar met de ander. Met warmte en inleving naar je publiek toedenken. Dat is vast wat ze ook naar ons als publiek deed.
Deze warmte is een onderdeel van charisma. Jeweetwel charisma, dat je ne sais quoi wat mensen altijd benoemen over een goede spreker. Het fijne nieuws is: zelfs charisma kun je aanleren. De andere twee onderdelen van charisma zijn: power en presence. Aanwezig zijn in het nu en de hoeveelheid ruimte die je inneemt. Als een gorilla.
Dat herken ik van de lerarenopleiding. Met mijn eigen standaardpose voor een groep vroeger, alsof ik een legercommando ben. De voeten nét te ver uit elkaar geplaatst. Maar wel breed in de ruimte 🙂