‘Ik weet niet wat ik moet doen,’ zeg ik tegen een vriendin.
Ze kijkt me meewarig aan. ‘Nou, dat zou ik ook hebben als ik jou was.’ En ze leunt naar achteren.
‘Nog maar 2 dagen en ik heb geen materiaal.’ Terwijl ik dit zeg, voel ik mijn adem mijn keel in schieten. Zenuwballetjes nemen mijn buik over. ‘Ik wil graag mijn training voorbereiden.’
Als mijn vriendin de deur achter zich heeft dichtgedaan, lees ik alles door: de reader, het programma van alle drie de dagen. Maar.. ik hou van praktisch en praktijkgericht. Daarom staat het mij tegen om verzonnen opdrachten te geven. Liever ga ik voor het echie. Alleen.. in mijn mail zit nog niks van mijn cursisten.
Zo ga ik mijn training invullen: creatief
Flits! Het is alsof alle kaarsjes in mijn hoofd tegelijk gaan branden. Een Paas-vreugdevuur. Eureka. Ik weet het! Ze gaan het eerste half uur hun eigen opdracht verzinnen. Dan 10 minuten pauze, waarin ik kopietjes kan laten maken. Daarna bespreken we creatieve schrijftechnieken en dan kunnen ze aan de slag.
Zo. Nu ik dit heb opgelost, heb ik ruimte in mijn hoofd. Ruimte voor ideeën. Ik zit hier aan mijn tafel die bezaaid is met allerlei readers: stapels theorie. Ik weet zeker dat ik bijna opstijg van de energie in mijn lijf. Ik voel mijn mondhoeken omhoog krullen en ik weet: webteksten gaan we doen. En leveren zelf de input en anders zoeken ze het ter plekke op.
De 4 fases van een verhaal – ken jij ze?
Er zijn 4 belangrijke fases die je nodig hebt voor storytelling. Onder de fases leg ik uit hoe ik ze in bovenstaand verhaal inzet. De 4 verhaalfases zijn:
- Doel of wens
- Obstakel(s)
- Oplossing
- Eindbeeld.
De hoofdrolspeler (protagonist) heeft een doel of een wens. In dit geval is dat mijn training voorbereiden. Maarrr.. een verhaal werkt alleen als er obstakels zijn (antagonisten). Dat zijn er twee: de tijdsdruk en het ontbreken van materiaal. Dan komt er een oplossing: ik draai het om. Flipped classroom noem je dat in trainerstaal. Vraag aan je cursisten wat ze willen en je bent als trainer effectiever. Didactisch gezien ook handig, dus. Het eindbeeld is een blije Anneke.
De beste vorm voor storytelling – 4 tips voor creatief schrijven
Heb je de 4 fases van je verhaal op orde? Dan is de schrijfstijl van belang. Scroll maar eens naar boven. Hier vind je vier tips voor creatief schrijven:
- Gebruik beelden, zoals hier: de dichte deur, de tafel bezaaid met readers.
- Korte zinnen van maximaal 10 woorden. Dit is een grote uitdaging voor startende schrijvers.
- Zintuiglijk schrijven: de adem die naar mijn keel schiet en de zenuwballetjes in mijn buik (jij denkt: stress. Ik – de schrijver – noem dat expres niet bij de naam.)
- Je wilt dat de lezer zich slim voelt. Dat kan alleen door te showen en niet te tellen. Ik zeg expres niet dat ik stress heb. Ik laat zien dat ik het heb. Zoals ik ook niet zeg dat ik glimlach, maar mijn mondhoeken benoem. Jij snapt dat wel.
Meer leren over storytelling? Kijk eens bij deze twee trainingen:
https://puntann.nl/workshop-bloggen-in-utrecht/
https://puntann.nl/corporate-storytelling-schrijf-jouw-eigen-bedrijfsverhaal/
Photo by JESHOOTS.COM on Unsplash.