Deze keer is gastblogger Adeline Riesselmann aan het woord. Met speciaal voor de vakantie een prachtverhaal in Syriё!
“Je zoon is addergebroed, een vuile flikker”, siste mijn liefhebbende echtgenoot tegen me. “Ik maak hem af als ik hem ooit nog zie.” Ik pakte een oude tas voor je in, mijn lieve oudste zoon, drukte je aan mijn borst en fluisterde in je oor de wens dat god met je zou zijn. Je draaide je om en liep zonder om te kijken in een rechte lijn het kamp uit. In mijn hart knakte iets. ’s Avonds bij het eten was het doodstil, je broers en zusters durfden niet te vragen waar je gebleven was.
De volgende dag zei onze jongste me dat de meester van de kampschool had gevraagd of ik langs wilde komen. Over die meester hadden allerlei verhalen de ronde gedaan: hij kwam uit Aleppo, hij was Christen en hij woonde buiten het kamp, bij een rijke oom. De verhalen waren opgehouden toen bleek dat hij hard werkte en er alles aan deed om de kinderen iets zinnigs te leren. Een rijke stinkerd die zijn best deed voor ons kroost, dat dwong respect af. We wisten allemaal dat hij dat niet had hoeven doen.
Ik ging naar de school, jij had er tot die fatale dag ook gewerkt en met zo veel plezier, je straalde als je erover vertelde. De meester nam me apart en liet me een schrift zien. ‘Van uw zoon’ zei hij. Ik ben geen domme vrouw, maar goed lezen en schrijven heb ik nooit geleerd. Ik vroeg hem het mij voor te lezen. Hij schraapte zijn keel en las rustig voor wat jij op papier had gezet.
“Droog, alles is droog hier. De grond, het doek van onze tenten. Het stof is neergeslagen op alle tenten en op ons gemoed. En dat zegt wat, want we zijn normaal gesproken mensen met passie. Ruzie, elkaar naar het leven staan, elkaar verdacht maken, roddelen. Allemaal zaken waar we ons graag aan overgaven, toen we nog allemaal in onze eigen dorpen woonden.
Maar hier lopen we op eieren, we zijn immers te gast, kunnen geen kant op en weten niet hoelang we hier zullen moeten blijven. Veel mensen hier zijn opgehouden om het nieuws van thuis te volgen. We besteden onze dagen in een gekmakende regelmaat aan het wachten op het eten bij de gaarkeuken, het uitdelen van lakens en kleding en in de rij staan bij schaarse computers.
Veel mensen slikken pillen om vooral maar rustig te blijven en om de nachten door te komen. Langzaam en stroperig lijkt het leven weg te vloeien. Behalve bij een enkeling, waaronder ik. Mijn ogen en hart zijn hier open gegaan, toen ik jou voor het eerst zag.
Het gevoel van warme honing in mijn buik, het gebonk van mijn hart, de onrust in mijn bewegingen, mijn schichtige blikken. Ik heb me eerst geschaamd, dit was niet de bedoeling.
Mijn wereld was daarvoor niet veel groter geweest dan een paar huizen. Ik werkte in de bakkerij van mijn vader. Mijn maten maakten grappen over tieten en konten, halfhartig deed ik mee. Al begreep ik niet goed waar ze zich zo druk over maakten.“
De meester uit Aleppo keek me aan. Ik wist alles. Ik omhelsde hem en zei dat hij voor mij als een zoon was. De volgende dag was ook hij vertrokken om niet meer terug te komen. Zo raakte ik binnen 24 uur twee zonen kwijt.
’s Avonds denk ik vaak aan God en zijn ondoorgrondelijke wegen. Hoe ik als klein meisje droomde dat God een heleboel gezichten had. Hoe mijn vader me sloeg toen ik dat zei bij het ontbijt “Godslastering, een mens maakt geen beeld van God!”. En hoe mijn geschrokken moeder kon alleen maar zeggen: “Ze is pas zeven!”
Ik mis jullie.
Lees observaties van IKEA, zomerhits en Maarten van Roozendaal van Adeline Riesselman.
photo credit: Matthew T Rader via photopin cc
1 gedachte over “Het gevoel van warme honing”
Hello,
I noticed that you used a photo of mine in your post:
The photo of the bee on the honeycomb.
I don’t mind at all and I’m glad you found it useful to use on your website. I see that you did credit me at the bottom of the article but can you please credit me as the photographer of the photo beneath it or some where on the page like this:
Photo by Texas Photographer, Matthew T Rader
Thank you