Na mijn WO Nederlands haalde ik mijn master als docent. Daar leer je dat activerend leren het beste werkt. Dat betekent dat je cursisten zelf met de lesstof laat werken. Activerend leren is het tegengestelde van oude stijl doceren: een hele les luisteren naar iemand die vertelt hoe het moet.
En natuurlijk geef je in activerend leren ook instructie. Anders kunnen je cursisten niet zelf aan het werk gaan. Het punt is: cursisten leren weinig van alleen maar uitleg krijgen. Dat is ouderwets.
Kijk maar naar het leerrijtje (bron: HvA waar ik de cursus didactiek en diversiteit gaf in 2014; ik zal het boek eens opzoeken)
Activiteit | Hoeveel een cursist hiervan leert |
Lezen | 7% |
Horen | 7% |
Horen en zien | 15% |
LET OP | VANAF HIER IS HET ACTIVEREND LEREN |
Discussiëren | 50% |
Toepassen (bijv sommen maken) | 70% |
Uitleggen aan een ander | 95% |
Ik durfde niet mijn cursisten te activeren

Is dit activerend leren, denk je? Het antwoord vind je onderaan dit blog.
Bovenstaande kennis had ik toen nog niet. Toch wist ik dat activerend leren beter was. Maar ik durfde niet en ik wist niet hoe. Als beginnend docent heb je dan het gevoel dat je de controle verliest. Tot een vriendin die onderwijskundige is, mij over de streep trok. Ze vertelde dat ze met haar HBO’ers zelfs langs de lijn doet. Gewoon. In een leslokaal.
Wat?! Echt?! Ik weet nog dat ik dat riep. Maar het zaadje was geplant. Ik moest van mezelf meer activeren en ik begon voorzichtig opdrachtjes te geven, waarbij cursisten moesten bewegen.
Ondertussen lopen mijn HBO-studenten en mijn professionals uit het bedrijfsleven elke training wel een keertje door de ruimte. En lopen ze ook aardig met mij weg 😉 Dit is een evaluatie uit dec 2019:
Anneke is een goede lerares die alles goed en duidelijk uitlegt. En die maakt de les ook heel actief zodat het altijd gezellig was om de les te volgen.
3 tips om activerend training te geven
Voor ik met 3 praktische tips kom voor werkvormen, wil ik het belangrijkste aangeven. En dat is: laat als trainer je eigen ego achter op het toilet. Trainen draait om je cursisten, het gaat erom dat zij leren en niet dat jij je ei kwijt kunt. Dat kun je toch wel, want het is je vak waar je de hele tijd over mag praten. Als je je ego kunt achterlaten, heb je hart voor je cursisten en stel je hen centraal. En dán zijn de volgende 3 tips aan jou besteed.
Tip 1. Laat je deelnemers in duo’s uitwisselen. Voor iedereen die meer aandacht wil tijdens een training.
Hoe? Bedenk op welke (kleine) vraag je deelnemers kunt laten reflecteren. Laat ze dit in duo’s doen.
Wanneer?
- Als je een langer verhaal hebt. Dit is een korte break in jouw verhaal en daarna heb je de aandacht weer.
- Als je veel aandacht wilt hebben voor een deelonderwerp van jouw verhaal.
- Ik doe dit vrij vaak omdat ik er zelf niet van hou om te veel te luisteren. Je hebt gelijk ook een afwisselender verhaal. Het enige wat je nodig hebt (de eerste keren) is: lef. Lef omdat je de controle afgeeft en de aandacht weer terug bij jou moet zien te krijgen.
- Resultaat? Altijd. Meer focus en meer aandacht.
Tip 2. Loop de deur uit als je deelnemers aan het werk zijn. Voor zorgende trainers (wie niet ;)?)
Hoe? Loop de deur uit nadat je instructie hebt gegeven om een opdracht te doen. Wacht even voor je dit doet. Misschien komen er nog vragen omdat voor een cursist de instructie niet helder was. Dit is nuttig omdat je cursisten het helemaal zelf moeten doen. Dat oefenen ze alvast voor in de toekomst. Bijkomend voordeel is dat ze elkaar om hulp vragen. En dat vinden mensen moeilijk omdat je je dan kwetsbaar maakt.
Wanneer?
- De eerste keer is dit spannend, maar je vervult twee doelen: vrijheid voor jezelf en voor je cursisten. Zeker als je een zorgend type bent (en dat zijn veel trainers) is dit prettig om te doen. Je hebt even rust.
- Ook dit doe ik vrij vaak. Zo kan ik mijn cursisten alvast een beetje loslaten. En, heel praktisch, ik kan kijken of ik mail heb. Dat doe ik liever buiten het lokaal dan in het lokaal vanwege de focus van mijn cursisten.
- Resultaat? Zelfvertrouwen van je cursisten.
Tip 3. Vraag wat cursisten willen weten over het onderwerp. Voor ervaren trainers.
Hoe? Dit noem je ook wel flipped classroom, een omgekeerd klaslokaal. Je kunt elke cursist een vraag laten stellen en die vraag beantwoorden. Je kunt cursisten ook de vragen op briefjes laten schrijven en die innemen. Dan houd je de aandacht erbij omdat ze niet weten wanneer hun vraag komt. En je kunt meer sturen op de vragen die je wel of niet beantwoordt.
Al moet ik zeggen dat ik het gewoon zeg als ik een vraag minder passend vind. Met humor, dat wel. En bijna altijd zijn de vragen wél nuttig, alleen soms niet voor iedereen. Maar ja, ook dat kun je gewoon communiceren.
Wanneer?
- Ik doe dit vooral op een tweede of latere cursusdag omdat ik mij dan vrijer voel. En op de eerste dag snappen ze het kader nog niet, dan is de kans op minder relevante vragen groter. Op de eerste cursusdag wil ik basiskennis op peil krijgen over het schrijfproces.
- Het is een prettige vorm als je zelf veel van het onderwerp weet. Je cursisten kunnen je dan nog wel verrassen met hun vraag, wat fijn is, maar je weet ondertussen zoveel dat ze jou niet kunnen overvallen met hun vraag.
- Een voordeel is dat je op deze manier zelf fris in je eigen training blijft staan.
- Resultaat: iedereen blijft bij de les door het verrassingseffect. En door het enthousiasme van de trainer (die ook verrast wordt).
Wil je ervaren hoe ik het aanpak? Hieronder vind je mijn trainingen op rij – schrijven, snellezen of schrijfcoaching
Zit er niks voor je tussen? Dan heb je nog één kans 😉
Wil je toch meer leren over schrijven of wil je beter leren schrijven? Dan kun je de modules bekijken die ik aanbied. Kijk op mijn algemene pagina Schrijftraining.
Het antwoord op de vraag of je op de foto activerend leren zag, is NEE. Je ziet dat iedereen naar één persoon kijkt. Dat betekent dat bijna alle cursisten aan het luisteren zijn. En luisteren is NIET actief bezig zijn met de stof. Daarom zou het beter zijn geweest als ze iets in duo’s hadden gedaan. Dan is tenminste de helft van de groep geactiveerd.
precies. nummer 2 doen we al. en wij geven nu ook een opdracht aan het einde van onze workshop modelfotografie. sommige blijven nog wat op de achtergrond, maar de meeste gaan voortvarend aan de slag. en vooral de uitleg waarom het dan niet lukt, daar leren ze wat van. ik wist niet dat het Acitverend Leren heette (wij geven 1 dags workshops model fotografie)
Leuk Annewiek om te horen dat je dit gebruikt en dat het werkt! Ja, activerend leren, die term leerde ik op de lerarenopleiding. Ervaring en goed observeren zijn ook fijne tools 🙂 LIjkt me behoorlijk lastig, trouwens, modelfotografie, om in één dag onder de knie te krijgen.
Hallo Puntann, ik ben hardlooptrainer. Jouw tips pas ik ook toe tijdens hardlooptrainingen. Bijvoorbeeld: in tweetallen elkaar observeren bij de loopscholing (knieheffen) en dan een tip en een top noemen. Bij de kaatspas vraag ik waarom we die oefening doen. Of na afloop bij de cooling down vraag ik 1 loper om een oefening te doen om te rekken, daarna geeft hij de beurt door aan een ander etc.
Hey Christl,
Wat leuk om te horen dat dit ook bij hardlooptrainingen werkt! En dat je dit toepast. Hoe heb je dat zo verzonnen van die tweetallen? Want ik heb ook hardlooptraining gevolgd, maar dit deden wij niet. Bij jou is het meer dan alleen maar voor de lol/beweging, jij wilt echt dat ze iets leren.
gaaf. Ik doe al veel, maar niet met mate
Leuk om te horen, Erik. Dank voor je comment! En wat bedoel je met ‘maar niet met mate’? Dan denk ik aan bier drinken, maar ik denk dat je iets anders bedoelt. Maar wat dan?